Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tussentijds:
  2. tussentijd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tussentijds (Nederlands) in het Zweeds

tussentijds:

tussentijds bijvoeglijk naamwoord

  1. tussentijds (inmiddels; ondertussen; intussen)
    under tiden
  2. tussentijds (tijdelijk; voorlopig; provisorisch; )
    temporärt; provisoriskt; tillfällig; tillfälligt; tidsbegränsad; tidsbegränsat

Vertaal Matrix voor tussentijds:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfällig interim; tussenpoos; tussentijd
tillfälligt uitzendkracht
under tiden uitzendkracht
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
provisoriskt aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang temporeel; tijdelijk
temporärt aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang loco-; plaatsvervangend; temporeel; tijdelijk; waarnemend
tidsbegränsad aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
tidsbegränsat aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang
tillfällig aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang af en toe; in het voorbijgaan; incidenteel; informeel; losjes; momenteel; momentele; nu en dan; op dit ogenblik; soms; temporeel; terloops; tijdelijk; tijdelijke; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; weleens
tillfälligt aards; kortstondig; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; zolang af en toe; in het voorbijgaan; incidenteel; informeel; loco-; losjes; momenteel; momentele; nu en dan; op de bonnefooi; op dit ogenblik; op goed geluk; plaatsvervangend; soms; temporeel; terloops; tijdelijk; tijdelijke; toevallig; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; waarnemend; weleens
under tiden inmiddels; intussen; ondertussen; tussentijds

Verwante woorden van "tussentijds":


tussentijd:

tussentijd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de tussentijd (interim; tussenpoos)
    tillfällig

Vertaal Matrix voor tussentijd:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfällig interim; tussenpoos; tussentijd
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tillfällig aards; af en toe; in het voorbijgaan; incidenteel; informeel; kortstondig; losjes; momenteel; momentele; nu en dan; op dit ogenblik; provisorisch; soms; temporeel; terloops; tijdelijk; tijdelijke; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; vrijblijvend; weleens; zolang

Verwante woorden van "tussentijd":


Wiktionary: tussentijd


Cross Translation:
FromToVia
tussentijd intervall intervalledistance d’un lieu à un autre.