Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uit elkaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uit elkaar (Nederlands) in het Zweeds

uit elkaar:

uit elkaar bijvoeglijk naamwoord

  1. uit elkaar (uit elkander; uiteen; uitelkaar; )
    isär; åtskild; åtskilt

Vertaal Matrix voor uit elkaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
isär uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen apart; doormidden
åtskild uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen gesepareerd
åtskilt uit elkaar; uit elkander; uiteen; uitelkaar; van elkaar; van elkander; vaneen

Verwante vertalingen van uit elkaar