Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitmonsteren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitmonsteren (Nederlands) in het Zweeds

uitmonsteren:

uitmonsteren werkwoord (monster uit, monstert uit, monsterde uit, monsterden uit, uitgemonsterd)

  1. uitmonsteren (zich tooien; kleden; zich kleden)
    klä sig; smycka
    • klä sig werkwoord (klär sig, klädde sig, klätt sig)
    • smycka werkwoord (smyckar, smyckade, smyckat)

Conjugations for uitmonsteren:

o.t.t.
  1. monster uit
  2. monstert uit
  3. monstert uit
  4. monsteren uit
  5. monsteren uit
  6. monsteren uit
o.v.t.
  1. monsterde uit
  2. monsterde uit
  3. monsterde uit
  4. monsterden uit
  5. monsterden uit
  6. monsterden uit
v.t.t.
  1. ben uitgemonsterd
  2. bent uitgemonsterd
  3. is uitgemonsterd
  4. zijn uitgemonsterd
  5. zijn uitgemonsterd
  6. zijn uitgemonsterd
v.v.t.
  1. was uitgemonsterd
  2. was uitgemonsterd
  3. was uitgemonsterd
  4. waren uitgemonsterd
  5. waren uitgemonsterd
  6. waren uitgemonsterd
o.t.t.t.
  1. zal uitmonsteren
  2. zult uitmonsteren
  3. zal uitmonsteren
  4. zullen uitmonsteren
  5. zullen uitmonsteren
  6. zullen uitmonsteren
o.v.t.t.
  1. zou uitmonsteren
  2. zou uitmonsteren
  3. zou uitmonsteren
  4. zouden uitmonsteren
  5. zouden uitmonsteren
  6. zouden uitmonsteren
diversen
  1. monster uit!
  2. monstert uit!
  3. uitgemonsterd
  4. uitmonsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitmonsteren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klä sig kleden; uitmonsteren; zich kleden; zich tooien aandoen; aankleden; aantrekken
smycka kleden; uitmonsteren; zich kleden; zich tooien aankleden; decoreren; opluisteren; versieren; versieringen aanbrengen

Verwante vertalingen van uitmonsteren