Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. uitmunten:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitmunten (Nederlands) in het Zweeds

uitmunten:

uitmunten werkwoord (munt uit, muntte uit, muntten uit, uitgemunt)

  1. uitmunten (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    blinka; överglänsa; lysa starkare än
    • blinka werkwoord (blinker, blinkte, blinkt)
    • överglänsa werkwoord (överglänsar, överglänsade, överglänsat)
    • lysa starkare än werkwoord (lyser starkare än, lyste starkare än, lyst starkare än)

Conjugations for uitmunten:

o.t.t.
  1. munt uit
  2. munt uit
  3. munt uit
  4. munten uit
  5. munten uit
  6. munten uit
o.v.t.
  1. muntte uit
  2. muntte uit
  3. muntte uit
  4. muntten uit
  5. muntten uit
  6. muntten uit
v.t.t.
  1. heb uitgemunt
  2. hebt uitgemunt
  3. heeft uitgemunt
  4. hebben uitgemunt
  5. hebben uitgemunt
  6. hebben uitgemunt
v.v.t.
  1. had uitgemunt
  2. had uitgemunt
  3. had uitgemunt
  4. hadden uitgemunt
  5. hadden uitgemunt
  6. hadden uitgemunt
o.t.t.t.
  1. zal uitmunten
  2. zult uitmunten
  3. zal uitmunten
  4. zullen uitmunten
  5. zullen uitmunten
  6. zullen uitmunten
o.v.t.t.
  1. zou uitmunten
  2. zou uitmunten
  3. zou uitmunten
  4. zouden uitmunten
  5. zouden uitmunten
  6. zouden uitmunten
en verder
  1. ben uitgemunt
  2. bent uitgemunt
  3. is uitgemunt
  4. zijn uitgemunt
  5. zijn uitgemunt
  6. zijn uitgemunt
diversen
  1. munt uit!
  2. munt uit!
  3. uitgemunt
  4. uitmuntend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor uitmunten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka getintel; knipoogje; tinteling
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan
lysa starkare än excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
överglänsa excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken boven staan

Wiktionary: uitmunten


Cross Translation:
FromToVia
uitmunten överträffa top — excel
uitmunten överstiga; överträffa dominercommander souverainement, avoir une puissance absolue.
uitmunten besegra; överstiga; överträffa surmontermonter au-dessus.