Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitsteken (Nederlands) in het Zweeds

uitsteken:

uitsteken werkwoord (steek uit, steekt uit, stak uit, staken uit, uitgestoken)

  1. uitsteken (opvallen; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
    dra uppmärksamhet; vara uppfallande
    • dra uppmärksamhet werkwoord (drar uppmärksamhet, drog uppmärksamhet, dragit uppmärksamhet)
    • vara uppfallande werkwoord (är uppfallande, var uppfallande, varit uppfallande)
  2. uitsteken (uitblinken; onderscheiden; overtreffen; )
    blinka; överglänsa; lysa starkare än
    • blinka werkwoord (blinker, blinkte, blinkt)
    • överglänsa werkwoord (överglänsar, överglänsade, överglänsat)
    • lysa starkare än werkwoord (lyser starkare än, lyste starkare än, lyst starkare än)

Conjugations for uitsteken:

o.t.t.
  1. steek uit
  2. steekt uit
  3. steekt uit
  4. steken uit
  5. steken uit
  6. steken uit
o.v.t.
  1. stak uit
  2. stak uit
  3. stak uit
  4. staken uit
  5. staken uit
  6. staken uit
v.t.t.
  1. heb uitgestoken
  2. hebt uitgestoken
  3. heeft uitgestoken
  4. hebben uitgestoken
  5. hebben uitgestoken
  6. hebben uitgestoken
v.v.t.
  1. had uitgestoken
  2. had uitgestoken
  3. had uitgestoken
  4. hadden uitgestoken
  5. hadden uitgestoken
  6. hadden uitgestoken
o.t.t.t.
  1. zal uitsteken
  2. zult uitsteken
  3. zal uitsteken
  4. zullen uitsteken
  5. zullen uitsteken
  6. zullen uitsteken
o.v.t.t.
  1. zou uitsteken
  2. zou uitsteken
  3. zou uitsteken
  4. zouden uitsteken
  5. zouden uitsteken
  6. zouden uitsteken
en verder
  1. ben uitgestoken
  2. bent uitgestoken
  3. is uitgestoken
  4. zijn uitgestoken
  5. zijn uitgestoken
  6. zijn uitgestoken
diversen
  1. steek uit!
  2. steekt uit!
  3. uitgestoken
  4. uitstekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitsteken bijvoeglijk naamwoord

  1. uitsteken (eruitspringend; opvallend)
    framstående

uitsteken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. uitsteken
    stickande ut

Vertaal Matrix voor uitsteken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka getintel; knipoogje; tinteling
framstående voorbedachtheid
stickande ut uitsteken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinka excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken flonkeren; knipogen; knipperen; met oogleden op en neer gaan
dra uppmärksamhet afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken aandacht trekken
lysa starkare än excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken
vara uppfallande afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken
överglänsa excelleren; onderscheiden; overtreffen; schitteren; uitblinken; uitblinken boven; uitmunten; uitsteken boven staan
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dra uppmärksamhet aandachttrekkend
framstående eruitspringend; opvallend; uitsteken aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; deftig; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; onafgelost; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam

Verwante definities voor "uitsteken":

  1. er bovenuit komen1
    • de kerk steekt boven alle gebouwen uit1
  2. het naar buiten steken1
    • steek even je tong uit voor de dokter1

Wiktionary: uitsteken


Cross Translation:
FromToVia
uitsteken förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens