Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vandaag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vandaag (Nederlands) in het Zweeds

vandaag:

vandaag bijwoord

  1. vandaag
    idag
    • idag bijvoeglijk naamwoord

vandaag [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vandaag (heden)
    nutid
    • nutid [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vandaag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nutid heden; vandaag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- heden
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
idag vandaag thans

Synoniemen voor "vandaag":


Verwante definities voor "vandaag":

  1. op deze dag1
    • vandaag ben ik jarig1

Wiktionary: vandaag

vandaag
adverb
  1. op deze dag

Cross Translation:
FromToVia
vandaag i dag; idag Heute — Gegenwart, die heutige Zeit (Zeit in der wir leben)
vandaag i dag; idag heute — an diesem Tage
vandaag idag; i dag today — on the current day
vandaag idag; nuförtiden today — nowadays
vandaag idag today — today (noun)

Verwante vertalingen van vandaag