Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verankeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verankeren (Nederlands) in het Zweeds

verankeren:

verankeren werkwoord (veranker, verankert, verankerde, verankerden, verankerd)

  1. verankeren
    förankra; ankra
    • förankra werkwoord (förankrar, förankrade, förankrat)
    • ankra werkwoord (ankrar, ankrade, ankrat)
  2. verankeren

Conjugations for verankeren:

o.t.t.
  1. veranker
  2. verankert
  3. verankert
  4. verankeren
  5. verankeren
  6. verankeren
o.v.t.
  1. verankerde
  2. verankerde
  3. verankerde
  4. verankerden
  5. verankerden
  6. verankerden
v.t.t.
  1. heb verankerd
  2. hebt verankerd
  3. heeft verankerd
  4. hebben verankerd
  5. hebben verankerd
  6. hebben verankerd
v.v.t.
  1. had verankerd
  2. had verankerd
  3. had verankerd
  4. hadden verankerd
  5. hadden verankerd
  6. hadden verankerd
o.t.t.t.
  1. zal verankeren
  2. zult verankeren
  3. zal verankeren
  4. zullen verankeren
  5. zullen verankeren
  6. zullen verankeren
o.v.t.t.
  1. zou verankeren
  2. zou verankeren
  3. zou verankeren
  4. zouden verankeren
  5. zouden verankeren
  6. zouden verankeren
diversen
  1. veranker!
  2. verankert!
  3. verankerd
  4. verankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verankeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankra ankeren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankra verankeren ankeren
fästpunkt verankeren
förankra verankeren
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
fästpunkt bladwijzer; fixeerpunt

Wiktionary: verankeren


Cross Translation:
FromToVia
verankeren ankra anchor — to hold an object to a fixed point
verankeren förankra ancrer — (vieilli) marine|fr jeter l’ancre.