Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verbrassen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verbrassen (Nederlands) in het Zweeds

verbrassen:

verbrassen werkwoord (verbras, verbrast, verbraste, verbrasten, verbrast)

  1. verbrassen (verspillen; verkwanselen; verkwisten; verkopen; verboemelen)
    öda; slösa
    • öda werkwoord (ödar, ödade, ödat)
    • slösa werkwoord (slösar, slösade, slösat)

Conjugations for verbrassen:

o.t.t.
  1. verbras
  2. verbrast
  3. verbrast
  4. verbrassen
  5. verbrassen
  6. verbrassen
o.v.t.
  1. verbraste
  2. verbraste
  3. verbraste
  4. verbrasten
  5. verbrasten
  6. verbrasten
v.t.t.
  1. heb verbrast
  2. hebt verbrast
  3. heeft verbrast
  4. hebben verbrast
  5. hebben verbrast
  6. hebben verbrast
v.v.t.
  1. had verbrast
  2. had verbrast
  3. had verbrast
  4. hadden verbrast
  5. hadden verbrast
  6. hadden verbrast
o.t.t.t.
  1. zal verbrassen
  2. zult verbrassen
  3. zal verbrassen
  4. zullen verbrassen
  5. zullen verbrassen
  6. zullen verbrassen
o.v.t.t.
  1. zou verbrassen
  2. zou verbrassen
  3. zou verbrassen
  4. zouden verbrassen
  5. zouden verbrassen
  6. zouden verbrassen
diversen
  1. verbras!
  2. verbrast!
  3. verbrast
  4. verbrassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verbrassen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
slösa verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen verdoen; verspillen
öda verboemelen; verbrassen; verkopen; verkwanselen; verkwisten; verspillen

Wiktionary: verbrassen


Cross Translation:
FromToVia
verbrassen slösa squander — to waste