Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. verdonkeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verdonkeren (Nederlands) in het Zweeds

verdonkeren:

verdonkeren werkwoord (verdonker, verdonkert, verdonkerde, verdonkerden, verdonkerd)

  1. verdonkeren (verduisteren; versomberen)
    skymma; förmörka; fördunkla
    • skymma werkwoord (skymmer, skymde, skymt)
    • förmörka werkwoord (förmörkar, förmörkade, förmörkat)
    • fördunkla werkwoord (fördunklar, fördunklade, fördunklat)
  2. verdonkeren (stelen; pikken; verdonkeremanen; )
    stjäla
    • stjäla werkwoord (stjäler, stal, stulit)

Conjugations for verdonkeren:

o.t.t.
  1. verdonker
  2. verdonkert
  3. verdonkert
  4. verdonkeren
  5. verdonkeren
  6. verdonkeren
o.v.t.
  1. verdonkerde
  2. verdonkerde
  3. verdonkerde
  4. verdonkerden
  5. verdonkerden
  6. verdonkerden
v.t.t.
  1. heb verdonkerd
  2. hebt verdonkerd
  3. heeft verdonkerd
  4. hebben verdonkerd
  5. hebben verdonkerd
  6. hebben verdonkerd
v.v.t.
  1. had verdonkerd
  2. had verdonkerd
  3. had verdonkerd
  4. hadden verdonkerd
  5. hadden verdonkerd
  6. hadden verdonkerd
o.t.t.t.
  1. zal verdonkeren
  2. zult verdonkeren
  3. zal verdonkeren
  4. zullen verdonkeren
  5. zullen verdonkeren
  6. zullen verdonkeren
o.v.t.t.
  1. zou verdonkeren
  2. zou verdonkeren
  3. zou verdonkeren
  4. zouden verdonkeren
  5. zouden verdonkeren
  6. zouden verdonkeren
diversen
  1. verdonker!
  2. verdonkert!
  3. verdonkerd
  4. verdonkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verdonkeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fördunkla verdonkeren; verduisteren; versomberen dimmen; troebel maken; vertroebelen
förmörka verdonkeren; verduisteren; versomberen betrekken
skymma verdonkeren; verduisteren; versomberen avond worden; dimmen; schemeren
stjäla achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken achterhouden; achteroverdrukken; afsnoepen; gappen; inpikken; jatten; ladelichten; ontstelen; ontvreemden; pikken; snaaien; stelen; verdonkeremanen; verduisteren; vervreemden; wegfutselen; weggraaien; wegkapen; wegpikken