Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vererven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vererven (Nederlands) in het Zweeds

vererven:

vererven werkwoord (vererf, vererft, vererfde, vererfden, verorven)

  1. vererven (legateren; vermaken; nalaten)
    låta ligga kvar
    • låta ligga kvar werkwoord (låter ligga kvar, låt ligga kvar, låtit ligga kvar)

Conjugations for vererven:

o.t.t.
  1. vererf
  2. vererft
  3. vererft
  4. vererven
  5. vererven
  6. vererven
o.v.t.
  1. vererfde
  2. vererfde
  3. vererfde
  4. vererfden
  5. vererfden
  6. vererfden
v.t.t.
  1. heb verorven
  2. hebt verorven
  3. heeft verorven
  4. hebben verorven
  5. hebben verorven
  6. hebben verorven
v.v.t.
  1. had verorven
  2. had verorven
  3. had verorven
  4. hadden verorven
  5. hadden verorven
  6. hadden verorven
o.t.t.t.
  1. zal vererven
  2. zult vererven
  3. zal vererven
  4. zullen vererven
  5. zullen vererven
  6. zullen vererven
o.v.t.t.
  1. zou vererven
  2. zou vererven
  3. zou vererven
  4. zouden vererven
  5. zouden vererven
  6. zouden vererven
diversen
  1. vererf!
  2. vererft!
  3. verorven
  4. verervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vererven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
låta ligga kvar legateren; nalaten; vererven; vermaken