Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vergenoegdheid:
  2. vergenoegd:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vergenoegdheid (Nederlands) in het Zweeds

vergenoegdheid:

vergenoegdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vergenoegdheid
    nöjd; belåten; tillfredställd

Vertaal Matrix voor vergenoegdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belåten vergenoegdheid
nöjd vergenoegdheid
tillfredställd vergenoegdheid content; genoegen; tevredenheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nöjd verzadigd; vol; volgegeten
tillfredställd verzadigd; vol

Verwante woorden van "vergenoegdheid":


vergenoegdheid vorm van vergenoegd: