Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verheerlijkt (Nederlands) in het Zweeds

verheerlijkt:

verheerlijkt bijvoeglijk naamwoord

  1. verheerlijkt (heilig; glorierijk; zalig)
    fantastiskt; utomordentligt; underbart; fantastisk; härlig; praktfullt; underbar; härligt

Vertaal Matrix voor verheerlijkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
underbar saletjonker; salonheld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fantastisk glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; formidabel; gaaf; geweldig; krankzinnig; prachtig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
fantastiskt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig buitengemeen; dolletjes; enig; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; gaaf; geschikt; geweldig; groots; hoogst; krankzinnig; prachtig; puik; reuze; riant; te gek; tof; waanzinnig; wijs; zeer
härlig glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig aanlokkelijk; betoverend; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; schitterend; smakelijk; verlokkend; verrukkelijk; zalig
härligt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig aanlokkelijk; beeldschoon; betoverend; geschikt; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; overheerlijk; prachtig; reuzelekker; riant; schitterend; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; zalig
praktfullt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig glorierijk; luisterrijk; lustrijk; luxueus; magnifiek; prachtig; schitterend; weelderig
underbar glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig beeldig; beeldschoon; dolletjes; enig; fantastisch; fenomenaal; geschikt; geweldig; groots; heerlijk; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; mieters; overheerlijk; prima; puik; reuzelekker; riant; smakelijk; tof; uitstekend; verrukkelijk; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
underbart glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig allerliefst; beeldig; beeldschoon; betoverend; dolletjes; dottig; enig; geschikt; heerlijk; hemels; kiplekker; kostelijk; lekker; lief; liefelijk; lieflijk; luisterrijk; magnifiek; mieters; overheerlijk; prachtig; prima; reuzelekker; riant; schattig; schitterend; smakelijk; snoezig; tof; uitstekend; verrukkelijk; vertederend; voortreffelijk; wonderbaarlijk; zalig
utomordentligt glorierijk; heilig; verheerlijkt; zalig buitengemeen; glansrijk; hoogst; overtreffend; riant; schitterend; tartend; zeer

verheerlijkt vorm van verheerlijken:

verheerlijken werkwoord (verheerlijk, verheerlijkt, verheerlijkte, verheerlijkten, verheerlijkt)

  1. verheerlijken (met een roze bril bezien; romantiseren)
    se igenom rosa glasögon
    • se igenom rosa glasögon werkwoord (ser igenom rosa glasögen, såg igenom rosa glasögen, sett igenom rosa glasögen)

Conjugations for verheerlijken:

o.t.t.
  1. verheerlijk
  2. verheerlijkt
  3. verheerlijkt
  4. verheerlijken
  5. verheerlijken
  6. verheerlijken
o.v.t.
  1. verheerlijkte
  2. verheerlijkte
  3. verheerlijkte
  4. verheerlijkten
  5. verheerlijkten
  6. verheerlijkten
v.t.t.
  1. heb verheerlijkt
  2. hebt verheerlijkt
  3. heeft verheerlijkt
  4. hebben verheerlijkt
  5. hebben verheerlijkt
  6. hebben verheerlijkt
v.v.t.
  1. had verheerlijkt
  2. had verheerlijkt
  3. had verheerlijkt
  4. hadden verheerlijkt
  5. hadden verheerlijkt
  6. hadden verheerlijkt
o.t.t.t.
  1. zal verheerlijken
  2. zult verheerlijken
  3. zal verheerlijken
  4. zullen verheerlijken
  5. zullen verheerlijken
  6. zullen verheerlijken
o.v.t.t.
  1. zou verheerlijken
  2. zou verheerlijken
  3. zou verheerlijken
  4. zouden verheerlijken
  5. zouden verheerlijken
  6. zouden verheerlijken
diversen
  1. verheerlijk!
  2. verheerlijkt!
  3. verheerlijkt
  4. verheerlijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verheerlijken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. verheerlijken (roemen; prijzen)
    älskade

Vertaal Matrix voor verheerlijken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
älskade prijzen; roemen; verheerlijken beminde; duifje; geliefde; hartje; liefje; liefste; lieve; poepje; schat; schatje; schattebout; schatteboutje; scheetje; snoes; troetels; vriendin
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
se igenom rosa glasögon met een roze bril bezien; romantiseren; verheerlijken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
älskade bevallig; lief