Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verlevendigen (Nederlands) in het Zweeds

verlevendigen:

verlevendigen werkwoord (verlevendig, verlevendigt, verlevendigde, verlevendigden, verlevendigd)

  1. verlevendigen (opwekken; tot leven wekken; activeren; reanimeren; opleven)
    återuppliva; återuppväcka; aktivera
    • återuppliva werkwoord (återupplivar, återupplivade, återupplivat)
    • återuppväcka werkwoord (återuppväcker, återuppväckte, återuppväckt)
    • aktivera werkwoord (aktiverar, aktiverade, aktiverat)
  2. verlevendigen (verfrissen; opfrissen; verkwikken)
    uppliva; friska upp; väcka till liv
    • uppliva werkwoord (upplivar, upplivade, upplivat)
    • friska upp werkwoord (friskar upp, friskade upp, friskat upp)
    • väcka till liv werkwoord (väcker till liv, väckte till liv, väckt till liv)
  3. verlevendigen (opfrissen; verfrissen; verkwikken; verkoelen)
    fräscha upp
    • fräscha upp werkwoord (fräschar upp, fräschade upp, fräschat upp)

Conjugations for verlevendigen:

o.t.t.
  1. verlevendig
  2. verlevendigt
  3. verlevendigt
  4. verlevendigen
  5. verlevendigen
  6. verlevendigen
o.v.t.
  1. verlevendigde
  2. verlevendigde
  3. verlevendigde
  4. verlevendigden
  5. verlevendigden
  6. verlevendigden
v.t.t.
  1. heb verlevendigd
  2. hebt verlevendigd
  3. heeft verlevendigd
  4. hebben verlevendigd
  5. hebben verlevendigd
  6. hebben verlevendigd
v.v.t.
  1. had verlevendigd
  2. had verlevendigd
  3. had verlevendigd
  4. hadden verlevendigd
  5. hadden verlevendigd
  6. hadden verlevendigd
o.t.t.t.
  1. zal verlevendigen
  2. zult verlevendigen
  3. zal verlevendigen
  4. zullen verlevendigen
  5. zullen verlevendigen
  6. zullen verlevendigen
o.v.t.t.
  1. zou verlevendigen
  2. zou verlevendigen
  3. zou verlevendigen
  4. zouden verlevendigen
  5. zouden verlevendigen
  6. zouden verlevendigen
diversen
  1. verlevendig!
  2. verlevendigt!
  3. verlevendigd
  4. verlevendigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verlevendigen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aktivera activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen aanmoedigen; activeren; bezielen; inschakelen; oppeppen; opwekken; stimuleren
friska upp opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen
fräscha upp opfrissen; verfrissen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen
uppliva opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen
väcka till liv opfrissen; verfrissen; verkwikken; verlevendigen opwekken; opwinden; prikkelen; stimuleren
återuppliva activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen herleven; hernieuwen; nieuw leven inblazen; opleven; weer krachtig worden
återuppväcka activeren; opleven; opwekken; reanimeren; tot leven wekken; verlevendigen