Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vernemen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vernemen (Nederlands) in het Zweeds

vernemen:

vernemen werkwoord (verneem, verneemt, vernam, vernamen, vernomen)

  1. vernemen (te horen krijgen; horen)
    lära
    • lära werkwoord (lär, lärde, lärt)

Conjugations for vernemen:

o.t.t.
  1. verneem
  2. verneemt
  3. verneemt
  4. vernemen
  5. vernemen
  6. vernemen
o.v.t.
  1. vernam
  2. vernam
  3. vernam
  4. vernamen
  5. vernamen
  6. vernamen
v.t.t.
  1. heb vernomen
  2. hebt vernomen
  3. heeft vernomen
  4. hebben vernomen
  5. hebben vernomen
  6. hebben vernomen
v.v.t.
  1. had vernomen
  2. had vernomen
  3. had vernomen
  4. hadden vernomen
  5. hadden vernomen
  6. hadden vernomen
o.t.t.t.
  1. zal vernemen
  2. zult vernemen
  3. zal vernemen
  4. zullen vernemen
  5. zullen vernemen
  6. zullen vernemen
o.v.t.t.
  1. zou vernemen
  2. zou vernemen
  3. zou vernemen
  4. zouden vernemen
  5. zouden vernemen
  6. zouden vernemen
diversen
  1. verneem!
  2. verneemt!
  3. vernomen
  4. vernemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vernemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lära leerstelsel; leersysteem
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lära horen; te horen krijgen; vernemen aanleren; africhten; bijbrengen; bijleren; dier africhten; dresseren; eigen maken; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; trainen; verwerven; vinden
- horen

Synoniemen voor "vernemen":


Verwante definities voor "vernemen":

  1. het met je oren waarnemen1
    • ik heb vernomen dat je bent ontslagen1

Wiktionary: vernemen


Cross Translation:
FromToVia
vernemen reda learn — to come to know; to become informed of; to find out
vernemen höra entendrepercevoir un son.