Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. veroveren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veroveren (Nederlands) in het Zweeds

veroveren:

veroveren werkwoord (verover, verovert, veroverde, veroverden, veroverd)

  1. veroveren
    förövra
    • förövra werkwoord (förövrar, förövrade, förövrat)

Conjugations for veroveren:

o.t.t.
  1. verover
  2. verovert
  3. verovert
  4. veroveren
  5. veroveren
  6. veroveren
o.v.t.
  1. veroverde
  2. veroverde
  3. veroverde
  4. veroverden
  5. veroverden
  6. veroverden
v.t.t.
  1. heb veroverd
  2. hebt veroverd
  3. heeft veroverd
  4. hebben veroverd
  5. hebben veroverd
  6. hebben veroverd
v.v.t.
  1. had veroverd
  2. had veroverd
  3. had veroverd
  4. hadden veroverd
  5. hadden veroverd
  6. hadden veroverd
o.t.t.t.
  1. zal veroveren
  2. zult veroveren
  3. zal veroveren
  4. zullen veroveren
  5. zullen veroveren
  6. zullen veroveren
o.v.t.t.
  1. zou veroveren
  2. zou veroveren
  3. zou veroveren
  4. zouden veroveren
  5. zouden veroveren
  6. zouden veroveren
diversen
  1. verover!
  2. verovert!
  3. veroverd
  4. veroverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor veroveren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förövra veroveren

Wiktionary: veroveren


Cross Translation:
FromToVia
veroveren erövra conquériracquérir par les armes.