Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vervoegen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vervoegen (Nederlands) in het Zweeds

vervoegen:

vervoegen werkwoord (vervoeg, vervoegt, vervoegde, vervoegden, vervoegd)

  1. vervoegen (verbuigen; declineren)
    konjugera; böja; böja grammatiskt; deklinera
    • konjugera werkwoord (konjugerar, konjugerade, konjugerat)
    • böja werkwoord (böjer, böjde, böjt)
    • böja grammatiskt werkwoord (böjer grammatiskt, böjde grammatiskt, böjt grammatiskt)
    • deklinera werkwoord (deklinerar, deklinerade, deklinerat)
  2. vervoegen (zich begeven naar; aflopen; koers zetten naar)
    styra mot
    • styra mot werkwoord (styr mot, styrde mot, styrt mot)

Conjugations for vervoegen:

o.t.t.
  1. vervoeg
  2. vervoegt
  3. vervoegt
  4. vervoegen
  5. vervoegen
  6. vervoegen
o.v.t.
  1. vervoegde
  2. vervoegde
  3. vervoegde
  4. vervoegden
  5. vervoegden
  6. vervoegden
v.t.t.
  1. heb vervoegd
  2. hebt vervoegd
  3. heeft vervoegd
  4. hebben vervoegd
  5. hebben vervoegd
  6. hebben vervoegd
v.v.t.
  1. had vervoegd
  2. had vervoegd
  3. had vervoegd
  4. hadden vervoegd
  5. hadden vervoegd
  6. hadden vervoegd
o.t.t.t.
  1. zal vervoegen
  2. zult vervoegen
  3. zal vervoegen
  4. zullen vervoegen
  5. zullen vervoegen
  6. zullen vervoegen
o.v.t.t.
  1. zou vervoegen
  2. zou vervoegen
  3. zou vervoegen
  4. zouden vervoegen
  5. zouden vervoegen
  6. zouden vervoegen
diversen
  1. vervoeg!
  2. vervoegt!
  3. vervoegd
  4. vervoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vervoegen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vervoegen
    förtrollande

Vertaal Matrix voor vervoegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böja buiging; kromming
förtrollande vervoegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böja declineren; verbuigen; vervoegen buigen; doen buigen; krom buigen; krombuigen; ombuigen; verbuigen
böja grammatiskt declineren; verbuigen; vervoegen
deklinera declineren; verbuigen; vervoegen
konjugera declineren; verbuigen; vervoegen
styra mot aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar afstevenen; stevenen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förtrollande magisch; toverachtig

Wiktionary: vervoegen


Cross Translation:
FromToVia
vervoegen böja conjugate — to inflect (a verb) for each person
vervoegen följa med; hänga med; komma med join — to come into the company of