Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal vinger

Vertaal vinger van Nederlands naar Zweeds

Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vinger:
  2. vingeren:
  3. Wiktionary:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vinger (Nederlands) in het Zweeds

vinger:

vinger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vinger
    finger
    • finger [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vinger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
finger vinger
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
finger Finger-opdracht gebruiken

Verwante woorden van "vinger":

  • vingeren, vingers, vingertje, vingertjes

Verwante definities voor "vinger":

  1. elk van de vijf uitsteeksels van je hand1
    • hij heeft een ring om zijn vinger1

Wiktionary: vinger

vinger
noun
  1. extremiteiten van de hand
Cross Translation:
FromToVia
• vinger → tå; finger ↔ digit — finger or toe
• vinger → finger ↔ finger — extremity of the hand
• vinger → finger ↔ Finger — Anatomie: ein bewegliches Glied der Hand höherer Primaten
• vinger → finger ↔ doigt — Extrémité des mains.

vinger vorm van vingeren:

vingeren werkwoord (vinger, vingert, vingerde, vingerden, gevingerd)

  1. vingeren
    fingra
    • fingra werkwoord (fingrar, fingrade, fingrat)

Conjugations for vingeren:

o.t.t.
  1. vinger
  2. vingert
  3. vingert
  4. vingeren
  5. vingeren
  6. vingeren
o.v.t.
  1. vingerde
  2. vingerde
  3. vingerde
  4. vingerden
  5. vingerden
  6. vingerden
v.t.t.
  1. heb gevingerd
  2. hebt gevingerd
  3. heeft gevingerd
  4. hebben gevingerd
  5. hebben gevingerd
  6. hebben gevingerd
v.v.t.
  1. had gevingerd
  2. had gevingerd
  3. had gevingerd
  4. hadden gevingerd
  5. hadden gevingerd
  6. hadden gevingerd
o.t.t.t.
  1. zal vingeren
  2. zult vingeren
  3. zal vingeren
  4. zullen vingeren
  5. zullen vingeren
  6. zullen vingeren
o.v.t.t.
  1. zou vingeren
  2. zou vingeren
  3. zou vingeren
  4. zouden vingeren
  5. zouden vingeren
  6. zouden vingeren
diversen
  1. vinger!
  2. vingert!
  5. gevingerd
  6. vingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vingeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fingra vingeren

Verwante woorden van "vingeren":





Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1017 seconde
Page rendered in 1.0 seconds