Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vlak maken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlak maken (Nederlands) in het Zweeds

vlak maken:

vlak maken werkwoord

  1. vlak maken (gelijkmaken; nivelleren)
    jämna; utjämna; släta ut; göra jämn
    • jämna werkwoord (jämnar, jämnade, jämnat)
    • utjämna werkwoord (utjämnar, utjämnade, utjämnat)
    • släta ut werkwoord (släter ut, slätte ut, slät ut)
    • göra jämn werkwoord (gör jämn, gjorde jämn, gjort jämn)

vlak maken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. vlak maken
    nivellera

Vertaal Matrix voor vlak maken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nivellera vlak maken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra jämn gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
jämna gelijkmaken; nivelleren; vlak maken afdoen; afhandelen; afplatten; afstrijken; beslechten; effenen; egaliseren; gelijk trekken; gelijkmaken; gladmaken; lepel afstrijken; planeren; platmaken; rechtmaken; twist uit de weg ruimen
släta ut gelijkmaken; nivelleren; vlak maken effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; rechtmaken
utjämna gelijkmaken; nivelleren; vlak maken balanceren; evenaren; gelijk trekken; in evenwicht brengen; planeren; uitbalanceren

Verwante vertalingen van vlak maken