Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. volschenken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volschenken (Nederlands) in het Zweeds

volschenken:

volschenken werkwoord (schenk vol, schenkt vol, schonk vol, schonken vol, volgeschonken)

  1. volschenken (vullen)
    fylla; hälla full
    • fylla werkwoord (fyller, fyllde, fyllt)
    • hälla full werkwoord (häller full, hällde full, hällt full)

Conjugations for volschenken:

o.t.t.
  1. schenk vol
  2. schenkt vol
  3. schenkt vol
  4. schenken vol
  5. schenken vol
  6. schenken vol
o.v.t.
  1. schonk vol
  2. schonk vol
  3. schonk vol
  4. schonken vol
  5. schonken vol
  6. schonken vol
v.t.t.
  1. heb volgeschonken
  2. hebt volgeschonken
  3. heeft volgeschonken
  4. hebben volgeschonken
  5. hebben volgeschonken
  6. hebben volgeschonken
v.v.t.
  1. had volgeschonken
  2. had volgeschonken
  3. had volgeschonken
  4. hadden volgeschonken
  5. hadden volgeschonken
  6. hadden volgeschonken
o.t.t.t.
  1. zal volschenken
  2. zult volschenken
  3. zal volschenken
  4. zullen volschenken
  5. zullen volschenken
  6. zullen volschenken
o.v.t.t.
  1. zou volschenken
  2. zou volschenken
  3. zou volschenken
  4. zouden volschenken
  5. zouden volschenken
  6. zouden volschenken
diversen
  1. schenk vol!
  2. schenkt vol!
  3. volgeschonken
  4. volschenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor volschenken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla dronkenschap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fylla volschenken; vullen dichtgooien; farceren; gaten dichten; ineen duwen; opvullen; opzetten; plomberen; proppen; stoppen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volstorten; vullen
hälla full volschenken; vullen

Wiktionary: volschenken


Cross Translation:
FromToVia
volschenken förfullständiga; fullständiga; utfylla; komplettera compléterrendre complet.