Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voorspannen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voorspannen (Nederlands) in het Zweeds

voorspannen:

voorspannen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het voorspannen
    påhängande

voorspannen werkwoord (span voor, spant voor, spande voor, spanden voor, voorgespannen)

  1. voorspannen
    inspänna
    • inspänna werkwoord (inspänner, inspännde, inspännt)

Conjugations for voorspannen:

o.t.t.
  1. span voor
  2. spant voor
  3. spant voor
  4. spannen voor
  5. spannen voor
  6. spannen voor
o.v.t.
  1. spande voor
  2. spande voor
  3. spande voor
  4. spanden voor
  5. spanden voor
  6. spanden voor
v.t.t.
  1. heb voorgespannen
  2. hebt voorgespannen
  3. heeft voorgespannen
  4. hebben voorgespannen
  5. hebben voorgespannen
  6. hebben voorgespannen
v.v.t.
  1. had voorgespannen
  2. had voorgespannen
  3. had voorgespannen
  4. hadden voorgespannen
  5. hadden voorgespannen
  6. hadden voorgespannen
o.t.t.t.
  1. zal voorspannen
  2. zult voorspannen
  3. zal voorspannen
  4. zullen voorspannen
  5. zullen voorspannen
  6. zullen voorspannen
o.v.t.t.
  1. zou voorspannen
  2. zou voorspannen
  3. zou voorspannen
  4. zouden voorspannen
  5. zouden voorspannen
  6. zouden voorspannen
diversen
  1. span voor!
  2. spant voor!
  3. voorgespannen
  4. voorspannend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voorspannen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
påhängande voorspannen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inspänna voorspannen