Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. voortgezet:
  2. voortzetten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voortgezet (Nederlands) in het Zweeds

voortgezet:

voortgezet bijvoeglijk naamwoord

  1. voortgezet
    fortsatt; ständig; ständigt; oavbrutet

Vertaal Matrix voor voortgezet:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ständigt blijven herhalen; hameren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fortsatt voortgezet
oavbrutet voortgezet aaneengesloten; aanhoudend; constant; continu; continue; doorlopend; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend; zonder onderbreking
ständig voortgezet altijddurend; constant; continue; doorlopend; eeuwig
ständigt voortgezet aldoor; almaar; altijd; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorlopend; eeuwig; gedurig; ononderbroken; onophoudelijk; steeds; steevast; telkens; uitentreuren; voortdurend

voortzetten:

voortzetten werkwoord (zet voort, zette voort, zetten voort, voortgezet)

  1. voortzetten (doorgaan; continueren; vervolgen; )
    fortsätta; gå vidare med; slutföra; fortgå
    • fortsätta werkwoord (fortsätter, fortsatte, fortsatt)
    • gå vidare med werkwoord (går vidare med, gick vidare med, gått vidare med)
    • slutföra werkwoord (slutför, slutförde, slutfört)
    • fortgå werkwoord (fortgår, fortgick, fortgått)
  2. voortzetten (continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; prolongeren)
    fortsätta
    • fortsätta werkwoord (fortsätter, fortsatte, fortsatt)

Conjugations for voortzetten:

o.t.t.
  1. zet voort
  2. zet voort
  3. zet voort
  4. zetten voort
  5. zetten voort
  6. zetten voort
o.v.t.
  1. zette voort
  2. zette voort
  3. zette voort
  4. zetten voort
  5. zetten voort
  6. zetten voort
v.t.t.
  1. heb voortgezet
  2. hebt voortgezet
  3. heeft voortgezet
  4. hebben voortgezet
  5. hebben voortgezet
  6. hebben voortgezet
v.v.t.
  1. had voortgezet
  2. had voortgezet
  3. had voortgezet
  4. hadden voortgezet
  5. hadden voortgezet
  6. hadden voortgezet
o.t.t.t.
  1. zal voortzetten
  2. zult voortzetten
  3. zal voortzetten
  4. zullen voortzetten
  5. zullen voortzetten
  6. zullen voortzetten
o.v.t.t.
  1. zou voortzetten
  2. zou voortzetten
  3. zou voortzetten
  4. zouden voortzetten
  5. zouden voortzetten
  6. zouden voortzetten
diversen
  1. zet voort!
  2. zet voort!
  3. voortgezet
  4. voortzettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor voortzetten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fortgå aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanhouden; voortbestaan; voortduren
fortsätta aanhouden; continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten aanzwiepen; avanceren; doorlopen; doorwerken; duur verlengen; een stapje verder gaan; handelen; leven; manipuleren; op hol slaan; opdrijven; opereren; optreden; procederen; prolongeren; reactiveren; te werk gaan; uit wachtstand halen; verder lopen; verdergaan; verlengen; voortdrijven; voortgaan; voortjagen; wegjagen; werken
gå vidare med aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten
slutföra aanhouden; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen; voortgaan; voortzetten concluderen; een gevolgtrekking maken; eindigen; opmaken uit; ten einde zijn; voltooien
- continueren; doorgaan; vervolgen

Synoniemen voor "voortzetten":


Antoniemen van "voortzetten":


Verwante definities voor "voortzetten":

  1. het blijven doen, verder gaan1
    • onze zoon heeft de zaak voortgezet1

Wiktionary: voortzetten


Cross Translation:
FromToVia
voortzetten fortsätta continue — transitive: proceed
voortzetten fortsätta continue — intransitive: resume
voortzetten fortsätta; återuppta resume — start something again that has been stopped or paused
voortzetten fortsätta continuerpoursuivre ce qui commencer.
voortzetten behålla; förvara; konservera maintenirtenir ferme et fixe.
voortzetten korrigera redresser — Traductions à trier suivant le sens