Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vrijuit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vrijuit (Nederlands) in het Zweeds

vrijuit:

vrijuit bijwoord

  1. vrijuit (openhartig; oprecht; open; )
    öppen; rakt; rak; ärligt; öppet; frankt
    • öppen bijvoeglijk naamwoord
    • rakt bijvoeglijk naamwoord
    • rak bijvoeglijk naamwoord
    • ärligt bijvoeglijk naamwoord
    • öppet bijvoeglijk naamwoord
    • frankt bijvoeglijk naamwoord
  2. vrijuit (ongehinderd; ongestoord; onverstoord; ongemoeid)
    fritt; ostört; obehindrat; ostörd; obehindrad

Vertaal Matrix voor vrijuit:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
öppen onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit aangebroken; cru; eerlijk; expliciet; geopend; onomwonden; onverbloemd; onverholen; onverhuld; open; opengemaakt; openlijk; oprecht; rechtschapen; rechttoe rechtaan; volmondig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frankt onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit gulweg
fritt ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit bandeloos; beschikbaar; disponibel; loos; losbandig; onafhankelijk; ongebonden; ongebreideld; vacant; vrij; zonder taak
obehindrad ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit op rolletjes
obehindrat ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
ostörd ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
ostört ongehinderd; ongemoeid; ongestoord; onverstoord; vrijuit
rak onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit frontaal; gulweg; klassikaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; openlijk; ronduit; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
rakt onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit directe; frontaal; gulweg; klassikaal; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; openlijk; rechtdoorzee; ronduit; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig
ärligt onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit braaf; deugdzaam; eerlijk; eerzaam; ernstig; fair; fideel; frank; gemeend; lief; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; ongeveinsd; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtschapen; rechttoe; rondborstig; ronduit; serieus; stoutmoedig; trouwhartig; voorbeeldig; vrijmoedig; vrijpostig; werkelijk menend; zedig; zoet
öppet onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit aangebroken; eerlijk; expliciet; geopend; gulweg; met open vizier; onverholen; onverhuld; open; opengemaakt; oprecht; rechtschapen; rondborstig; volmondig