Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vroegtijdig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vroegtijdig (Nederlands) in het Zweeds

vroegtijdig:

vroegtijdig bijvoeglijk naamwoord

  1. vroegtijdig (vroeg)
    tidigt; tidig
    • tidigt bijvoeglijk naamwoord
    • tidig bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor vroegtijdig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tidig vroeg; vroegtijdig
tidigt vroeg; vroegtijdig

Verwante woorden van "vroegtijdig":

  • vroegtijdiger, vroegtijdigere, vroegtijdige

Wiktionary: vroegtijdig


Cross Translation:
FromToVia
vroegtijdig bittida; tidig précoce — Qui est mûr avant la saison, en parlant de certains fruits, de certains légumes qui viennent avant les autres de la même espèce.