Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vruchtbaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vruchtbaar (Nederlands) in het Zweeds

vruchtbaar:

vruchtbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. vruchtbaar (winstgevend; lucratief; lonend; )
    lönande; vinstgivande; lukrativt

Vertaal Matrix voor vruchtbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lukrativt lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend
lönande lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend commercieel; op winst gericht
vinstgivande lonend; lucratief; produktief; profijtelijk; rendabel; voordelig; vruchtbaar; winstgevend

Verwante woorden van "vruchtbaar":


Wiktionary: vruchtbaar


Cross Translation:
FromToVia
vruchtbaar fruktbar fruchtbarübertragen: mit Erfolg
vruchtbaar frukt- fruitier — Qui porter des fruits ; qui concerne les fruits.
vruchtbaar fruktbar; givande fécond — Qui produire, qui peut produire beaucoup par voie de génération, parlant des femmes, des animaux.