Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wegrukken:
  2. Wiktionary:
    • wegrukken → meja


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wegrukken (Nederlands) in het Zweeds

wegrukken:

wegrukken werkwoord (ruk weg, rukt weg, rukte weg, rukten weg, weggerukt)

  1. wegrukken
    rycka; rycka bort; nappa till sig
    • rycka werkwoord (rycker, ryckte, ryckt)
    • rycka bort werkwoord (rycker bort, ryckte bort, ryckt bort)
    • nappa till sig werkwoord (nappar till sig, nappade till sig, nappat till sig)

Conjugations for wegrukken:

o.t.t.
  1. ruk weg
  2. rukt weg
  3. rukt weg
  4. rukken weg
  5. rukken weg
  6. rukken weg
o.v.t.
  1. rukte weg
  2. rukte weg
  3. rukte weg
  4. rukten weg
  5. rukten weg
  6. rukten weg
v.t.t.
  1. heb weggerukt
  2. hebt weggerukt
  3. heeft weggerukt
  4. hebben weggerukt
  5. hebben weggerukt
  6. hebben weggerukt
v.v.t.
  1. had weggerukt
  2. had weggerukt
  3. had weggerukt
  4. hadden weggerukt
  5. hadden weggerukt
  6. hadden weggerukt
o.t.t.t.
  1. zal wegrukken
  2. zult wegrukken
  3. zal wegrukken
  4. zullen wegrukken
  5. zullen wegrukken
  6. zullen wegrukken
o.v.t.t.
  1. zou wegrukken
  2. zou wegrukken
  3. zou wegrukken
  4. zouden wegrukken
  5. zouden wegrukken
  6. zouden wegrukken
diversen
  1. ruk weg!
  2. rukt weg!
  3. weggerukt
  4. wegrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wegrukken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nappa till sig wegrukken
rycka wegrukken gappen; rukken; snaaien; stelen; trekken; weggraaien; wegpikken; zich wringen
rycka bort wegrukken

Wiktionary: wegrukken


Cross Translation:
FromToVia
wegrukken meja fauchercouper à la faux ou à la machine.