Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. werkbaar:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkbaar (Nederlands) in het Zweeds

werkbaar:

werkbaar bijvoeglijk naamwoord

  1. werkbaar (bruikbaar; nuttig; inzetbaar; handig)
    användbart; brukbar; brukbart

Vertaal Matrix voor werkbaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
användbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbaar; bruikbare; geniaal; nuttig; praktisch; toepasbaar; vernuftig; voordelig
brukbar bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare; handig; nuttig
brukbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare; handig; nuttig

Verwante woorden van "werkbaar":

  • werkbaarheid, werkbare