Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. wig:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wig (Nederlands) in het Zweeds

wig:

wig [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de wig (keil; keg)
    klädhängare; hängare

Vertaal Matrix voor wig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hängare keg; keil; wig haak; ophanghaak
klädhängare keg; keil; wig ophanghaken

Verwante woorden van "wig":

  • wiggen, wigje, wigjes

Wiktionary: wig


Cross Translation:
FromToVia
wig kil Keilspitz zulaufender Gegenstand aus festem Material in Form eines Prismas mit dreieckiger Grundfläche
wig kil wedge — simple machine