Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. winterseizoen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor winterseizoen (Nederlands) in het Zweeds

winterseizoen:

winterseizoen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het winterseizoen (wintertijd)
    vintersäsong

Vertaal Matrix voor winterseizoen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vintersäsong winterseizoen; wintertijd

Verwante woorden van "winterseizoen":

  • winterseizoenen