Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zin (Nederlands) in het Zweeds

zin:

zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zin (zegswijze; uitdrukking; frase; gezegde)
    uttryck
    • uttryck [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de zin (doel; nut)
    vilja; sinne; mening; humör
    • vilja [-en] zelfstandig naamwoord
    • sinne [-ett] zelfstandig naamwoord
    • mening [-en] zelfstandig naamwoord
    • humör [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. de zin (zin taalkundig)
    fras
    • fras [-en] zelfstandig naamwoord
  4. de zin (waarde; betekenis; belang)
    värderingar; värde
  5. de zin (geboeidheid; interesse; belangstelling; animo; fascinatie)
    fascination
  6. de zin (eetlust; lust; trek)
    hunger; aptit
    • hunger [-en] zelfstandig naamwoord
    • aptit [-en] zelfstandig naamwoord
  7. de zin (geilheid; opgewondenheid; hitsigheid; lust)
    kåthet
    • kåthet [-en] zelfstandig naamwoord
  8. de zin (zin om iets te eten; trek)

Vertaal Matrix voor zin:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aptit eetlust; lust; trek; zin honger; hongergevoel; hongerigheid; trek
fascination animo; belangstelling; fascinatie; geboeidheid; interesse; zin
fras zin; zin taalkundig bepaling; frase; loze kreet; woordgroep; zinsnede
ha lust att äta en bit trek; zin; zin om iets te eten
humör doel; nut; zin bui; geestesgesteldheid; geestestoestand; gemoedsgesteldheid; gemoedsstemming; gemoedstoestand; humeur; psychische toestand; stemming
hunger eetlust; lust; trek; zin honger; hongergevoel; hongerigheid; trek
kåthet geilheid; hitsigheid; lust; opgewondenheid; zin
mening doel; nut; zin bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; denkbeeld; dunk; gedachte; gewichtigheid; gezichtshoek; gezichtspunt; idee; import; inhoud; intentie; invalshoek; invoer; mening; meningsuiting; mentale voorstelling; moedwil; oogpunt; oordeel; opinie; overtuiging; perspectief; standpunt; voornemen; zienswijs
sinne doel; nut; zin aard; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; mentaliteit; natuur; speurzin
uttryck frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; meningsuiting; uitdrukking; uitdrukkingen; uiting; uitlating
vilja doel; nut; zin intentie; laatste wil; moedwil; opzet; plan; testament; uiterste wilsbeschikking; voornemen
värde belang; betekenis; waarde; zin besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting; waarde
värderingar belang; betekenis; waarde; zin
- betekenis
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vilja wensen; willen

Verwante woorden van "zin":


Synoniemen voor "zin":


Verwante definities voor "zin":

  1. wat bedoeld wordt1
    • dit woord is in figuurlijke zin gebruikt1
  2. wat het oplevert1
    • ik begrijp de zin van die actie niet1
  3. reeks woorden die bij elkaar horen1
    • een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt1
  4. wat je verlangt dat er gebeurt1
    • jullie willen altijd je eigen zin doen1

Wiktionary: zin

zin
noun
  1. een serie woorden die gezamenlijk in syntactisch verband een afgerond geheel vormen

Cross Translation:
FromToVia
zin mening meaning — significance of a thing, as "the meaning of life"
zin mening; fras; sättning sentence — grammatically complete series of words consisting of a subject and predicate
zin mening SatzLinguistik, Syntax: ein abgeschlossener, nach grammatischen Regeln aufgebauter, sprachlich geäußerter Gedanke; speziell: grammatikalische Einheit, bestehend aus einem finiten Verb und allen von diesem Verb verlangten Satzgliedern
zin mening Sinnkein Plural: die Bedeutungen und Vorstellungen, die sich mit einem sprachlichen Ausdruck verbinden
zin rim; tankar; huvud Sinnkein Plural: Zustand, Ausrichtung der Gedanken einer Person
zin känsla; sinne Sinnkein Plural: innere Beziehung, Verständnis einer Person für eine Sache
zin sinne SinnBiologie: bestimmte physiologische Fähigkeit zur Wahrnehmung von etwas
zin mening; betydelse; innebörd Sinnkein Plural: gedanklicher Hintergrund, Zweck einer Handlung oder Sache
zin önskan; begär; lust désir — Traductions à trier suivant le sens
zin vilja grévolonté, caprice, fantaisie.
zin mening phrase — (grammaire, fr) séquence de propositions ordonnés en fonction des règles de la grammaire, permettant de décrire quelque chose.
zin fröjd; behag plaisirsentiment, sensation agréable.
zin bemärkelsedag; betydelse signification — Ce que signifie une chose ; sens attacher à une chose.
zin önskan souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.
zin vilja; viljekraft; viljeyttring; önskan volontéfaculté de vouloir, de se déterminer à quelque chose.

zin vorm van zinnen:

zinnen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zinnen (volzinnen)
    satser
    • satser zelfstandig naamwoord

zinnen werkwoord (zin, zint, zon, zonnen, gezonnen)

  1. zinnen (plan beramen; bedenken; verzinnen; beramen)
    plannera; göra planer
    • plannera werkwoord (plannerar, plannerade, plannerat)
    • göra planer werkwoord (gör planer, gjorde planer, gjort planer)

Conjugations for zinnen:

o.t.t.
  1. zin
  2. zint
  3. zint
  4. zinnen
  5. zinnen
  6. zinnen
o.v.t.
  1. zon
  2. zon
  3. zon
  4. zonnen
  5. zonnen
  6. zonnen
v.t.t.
  1. heb gezonnen
  2. hebt gezonnen
  3. heeft gezonnen
  4. hebben gezonnen
  5. hebben gezonnen
  6. hebben gezonnen
v.v.t.
  1. had gezonnen
  2. had gezonnen
  3. had gezonnen
  4. hadden gezonnen
  5. hadden gezonnen
  6. hadden gezonnen
o.t.t.t.
  1. zal zinnen
  2. zult zinnen
  3. zal zinnen
  4. zullen zinnen
  5. zullen zinnen
  6. zullen zinnen
o.v.t.t.
  1. zou zinnen
  2. zou zinnen
  3. zou zinnen
  4. zouden zinnen
  5. zouden zinnen
  6. zouden zinnen
diversen
  1. zin!
  2. zint!
  3. gezonnen
  4. zinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zinnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
satser volzinnen; zinnen sets
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
göra planer bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen
plannera bedenken; beramen; plan beramen; verzinnen; zinnen

Verwante woorden van "zinnen":


Wiktionary: zinnen


Cross Translation:
FromToVia
zinnen behaga plaire — Agréer, être agréable (Sens général)
zinnen begrunda; besinna; betänka; övertänka réfléchir — À trier
zinnen drömma songer — (vieilli) voir en songe, rêver.

Verwante vertalingen van zin