Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Zoek: Duits

Nederlandse en Zweedse zoekresultaten voor: Duits

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

duits:
- tysk; tyskt
Duits:
- tysk
Wiktionary:
- Duits → tyska
- Duits → tysk
- Duits → tyska, tysk
- duits → tyska

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor Duits (Nederlands) in het Zweeds

duits:

duits bijvoeglijk naamwoord

duits
tysk; tyskt
- tysk bijvoeglijk naamwoord
- tyskt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor duits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tysk		Duits; Duitser; Teutoon; Westgermaan
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tysk	duits
tyskt	duits

Wiktionary: duits

Cross Translation:

From	To	Via
• duits	→ tyska	↔ allemand — linguistique\|nocat=1 langue parlée en Allemagne, en Autriche, en Suisse, au Liechtenstein et en Belgique (Cantons de l’Est).

Duits:

Duits [het ~] zelfstandig naamwoord

het Duits
tysk
- tysk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Duits:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tysk	Duits	Duitser; Teutoon; Westgermaan
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tysk		duits

Wiktionary: Duits

Duits

noun

een taal die gesproken wordt in Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italië en België
- Duits → tyska

adjective

betreffende Duitsland of het Duits
- Duits → tysk

Cross Translation:

From	To	Via
• Duits	→ tyska	↔ German — the German language
• Duits	→ tysk	↔ German — of or relating to the country of Germany
• Duits	→ tysk	↔ deutsch — zum Volk der Deutschen gehörig
• Duits	→ tysk	↔ deutsch — zu Deutschland gehörig; siehe auch: WikiSaurus Deutschland
• Duits	→ tysk	↔ deutsch — ohne Steigerung: zur Sprache Deutsch gehörig
• Duits	→ tysk	↔ allemand — Relatif à l’Allemagne