Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: bro

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: bro

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

bro:
- Brücke; Brückenbauwerk; Kommandobrücke
Wiktionary:
- bro → Brücke
- bro → Brücke, Verdeck

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Büro:
- skrivbord; bänk; arbetsplats; arbetsbord; affärs byrå; skrivbyrå
Wiktionary:
- Büro → arbetsrum, byrå, kontorspersonal, kontor
- Büro → byrå, kontor, kantor

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor bro (Zweeds) in het Duits

bro:

bro [-en] zelfstandig naamwoord

bro
die Brücke
- Brücke [die ~] zelfstandig naamwoord
bro
Brückenbauwerk
- Brückenbauwerk
bro (kommandobrygga)
die Kommandobrücke
- Kommandobrücke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bro:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brücke	bro	brygga; hus på hjul; landningsbrygga; landningsplats
Kommandobrücke	bro; kommandobrygga
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Brückenbauwerk	bro

Wiktionary: bro

bro

noun

ein künstlicher Weg zur Überquerung eines Flusses, eines Tales oder Ähnlichem
- Brücke → bro

Cross Translation:

From	To	Via
• bro	→ Brücke	↔ bridge — construction or natural feature that spans a divide
• bro	→ Verdeck	↔ pont — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van bro

tullbelagd bro

Duits

Uitgebreide vertaling voor bro (Duits) in het Zweeds

Büro:

Büro [das ~] zelfstandig naamwoord

Büro (Schreibtisch; Pult; Arbeitstisch)
skrivbord; bänk; arbetsplats; arbetsbord
- skrivbord [-ett] zelfstandig naamwoord
- bänk [-en] zelfstandig naamwoord
- arbetsplats [-en] zelfstandig naamwoord
- arbetsbord [-ett] zelfstandig naamwoord
Büro (Geschäftsbüro)
affärs byrå
- affärs byrå zelfstandig naamwoord
Büro
skrivbyrå
- skrivbyrå zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Büro:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affärs byrå	Büro; Geschäftsbüro
arbetsbord	Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch	Arbeitstische
arbetsplats	Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch	Arbeitsplatz; Arbeitsplätze; Arbeitsstätte; Putzstelle; Werkstatt; Werkstätte
bänk	Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch	Pult; Schulbank; Sessel; Sitz; Sitzbank; Sitzplatz; Stuhl
skrivbord	Arbeitstisch; Büro; Pult; Schreibtisch	Arbeitstisch; Arbeitstische; Schreibtische; Werkbänke; kleiner Schreibtisch
skrivbyrå	Büro

Synoniemen voor "Büro":

Arbeitszimmer; Gelass; Gemach; Kammer; Raum; Stube; Zimmer

Wiktionary: Büro

Büro

noun

Arbeitszimmer in einer Wohnung
- Büro → arbetsrum
Gesamtheit der Angestellten eines Büros ^[1]
- Büro → byrå; kontorspersonal
Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
- Büro → byrå; kontor

Cross Translation:

From	To	Via
• Büro	→ byrå	↔ bureau — office
• Büro	→ byrå	↔ buro — office
• Büro	→ kontor	↔ office — building or room
• Büro	→ kantor	↔ kantoor — een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd
• Büro	→ kontor	↔ buro — een kantoor
• Büro	→ kontor	↔ bureau — een (politie)kantoor
• Büro	→ byrå; kontor	↔ bureau — (vieilli) désuet\|fr étoffe de bure.