Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. pack:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pack:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor pack (Zweeds) in het Duits

pack:

pack [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. pack (pöbel; slödder; patrask)
    die Canaille; der Pöbel
    • Canaille [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Pöbel [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. pack (slödder; patrask)
    die Sippschaft; Lumpengesindel; der Pöbel; Geschirr; Gesindel; Angelgerät; Gelichter; der Plebs; Gezücht
  3. pack (slödder; patrask)
    Gesindel
    • Gesindel [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Angelgerät pack; patrask; slödder fiskedon; fiskerod; fiskredskap
Canaille pack; patrask; pöbel; slödder
Gelichter pack; patrask; slödder kull; liggning på ägg; ruvning
Geschirr pack; patrask; slödder diska; farkost; fartyg; kärl; köksutrustning; porslin; skepp; större båt
Gesindel pack; patrask; slödder avskum; kull; liggning på ägg; ohyra; parasit; ruvning; skadedjur; slödder
Gezücht pack; patrask; slödder avelsgård; djuruppfödningsgård; ruvning; uppviglare
Lumpengesindel pack; patrask; slödder avskum; kull; liggning på ägg; ruvning; slödder
Plebs pack; patrask; slödder kull; liggning på ägg; ruvning
Pöbel pack; patrask; pöbel; slödder avskum; grymtning; kull; liggning på ägg; morrning; ruvning; slödder
Sippschaft pack; patrask; slödder avskum; familj; hushåll; kull; kärnfamilj; liggning på ägg; ruvning

Synoniemen voor "pack":


Wiktionary: pack

pack
noun
  1. das Bündel, etwas Gepacktes, Zusammengepacktes
  2. abwertend: heruntergekommene, (teils kriminelle) Menschen; Gesindel
  3. kein Plural, veraltet: Menschenmenge aus heruntergekommenen oder zwielichtigen Personen
  4. abwertend: unterste Gesellschaftsschicht
  5. Papp-Palette zur Lagerung und zum Transport von Eiern
  6. umgangssprachlich: abwertende Beleidigung für Menschen, denen man nicht traut
  7. abwertend: heruntergekommene, kriminelle Menschen
  8. landschaftlich, abwertend, nur Singular: Gesindel, Pack
  9. Gruppe von Personen, die wenig geschätzt werden



Duits

Uitgebreide vertaling voor pack (Duits) in het Zweeds

Pack:

Pack [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pack (Brut; Zeug; Gesindel; )
    kull; ruvning; liggning på ägg

Pack [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Pack (Lumpengesindel; Brut; Pöbel; )
    avskum
    • avskum [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avskum Brut; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Pöbel; Sippschaft Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Schund
kull Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
liggning på ägg Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug
ruvning Brut; Gelichter; Gesindel; Kanaille; Lumpengesindel; Pack; Plebs; Pöbel; Sippschaft; Zeug Brut; Gezücht; Sprößlinge

Synoniemen voor "Pack":


Wiktionary: Pack

Pack
noun
  1. das Bündel, etwas Gepacktes, Zusammengepacktes
  2. abwertend: heruntergekommene, (teils kriminelle) Menschen; Gesindel

Verwante vertalingen van pack