Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. småbarn:
  2. små barn:
  3. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor småbarn (Zweeds) in het Duits

småbarn:

småbarn [-ett] zelfstandig naamwoord

  1. småbarn
    Kinder
    • Kinder [das ~] zelfstandig naamwoord
  2. småbarn
    die Kinderchen
  3. småbarn
    die Kinderchen; die kleinen Kinder
  4. småbarn
    kleine Kinder
  5. småbarn (baby; bebis)
    Babychen; der Säugling

Vertaal Matrix voor småbarn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Babychen baby; bebis; småbarn
Kinder småbarn avkomling; ättling
Kinderchen småbarn
Säugling baby; bebis; småbarn baby; spädbarn
kleine Kinder småbarn
kleinen Kinder småbarn

Synoniemen voor "småbarn":


Wiktionary: småbarn

småbarn
noun
  1. ein Kind unter sechs Jahren

Cross Translation:
FromToVia
småbarn Kleinkind; Knirps toddler — young human child

små barn:

små barn zelfstandig naamwoord

  1. små barn (knattar)
    der Kleinkram; Kleinzeug

Vertaal Matrix voor små barn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kleinkram knattar; små barn
Kleinzeug knattar; små barn