Overzicht
Zweeds naar Duits: Meer gegevens...
-
självklarhet:
-
Wiktionary:
självklarhet → Binsenweisheit, Binsenwahrheit -
Synoniemen voor "självklarhet":
axiom
-
Wiktionary:
Zweeds
Uitgebreide vertaling voor självklarhet (Zweeds) in het Duits
självklarhet: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- själv: ichselbst; ichselber
- klarhet: Deutlichkeit; Helligkeit; Klarheit; Helle; Verständlichkeit; Begreiflichkeit; Vernehmlichkeit; Luzidität; hellklingend
- självklar: zwangsläufig; automatisch; mechanisch; selbsttätig; unwillkürlich; routinemäßig
- het: leidenschaftlich; eifrig; hemmungslos; hitzig; feurig; hingebungsvoll; temperamentvoll; ungestüm; inbrünstig; passioniert; hitzköpfig; heißblütig; aufgeregt; frisch; lebhaft; munter; tüchtig; lebendig; erregt; aufgebracht; erhitzt; quick; aufgeweckt; glühend; agitiert; sehr aussichtsreich
- Het: Sehr aussichtsreich
Spelling Suggesties voor: självklarhet
självklarhet:
Synoniemen voor "självklarhet":
Wiktionary: självklarhet
Computer vertaling door derden: