Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. minuskel:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Minuskel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor minuskel (Zweeds) in het Duits


Wiktionary: minuskel

minuskel
noun
  1. Linguistik, Schriftlinguistik: klein geschriebener Buchstabe
  2. Linguistik, Schriftlinguistik: Buchstabe, der verglichen mit dem entsprechenden Großbuchstaben in der Regel kleiner und in anderer Form geschrieben wird und gewöhnlich nicht als erster Buchstabe eines Satzes, eines Namens und im Deutschen auch nicht als erster Buchstabe von Substantiven verwendet wi

Computer vertaling door derden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor minuskel (Duits) in het Zweeds

Minuskel:

Minuskel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Minuskel (Kleinbuchstabe)
    tecken; bokstav; skrift; handstil; skrifttecken

Vertaal Matrix voor Minuskel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokstav Kleinbuchstabe; Minuskel Figur; Person; Wesen
handstil Kleinbuchstabe; Minuskel Handschrift
skrift Kleinbuchstabe; Minuskel Abhandlung; Arbeit; Aufsatz; Bericht; Dokument; Geschriebene; Gutachten; Publikation; Schriftgelehrte; Schriftstück; Text; Veröffentlichung; Vortrag
skrifttecken Kleinbuchstabe; Minuskel
tecken Kleinbuchstabe; Minuskel Angabe; Aufzeichnung; Fingerzeig; Gebärde; Geste; Hinweis; Indikation; Notiz; Ordenszeichen; Signal; Wink; Zeichen

Synoniemen voor "Minuskel":


Wiktionary: Minuskel

Minuskel
noun
  1. Linguistik, Schriftlinguistik: klein geschriebener Buchstabe

Computer vertaling door derden: