Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tentakel:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tentakel:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor tentakel (Zweeds) in het Duits

tentakel:

tentakel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. tentakel
    der Fühler; Tastorgan
  2. tentakel (antenn; palp; känselspröt)
    Tentakel
    • Tentakel [das ~] zelfstandig naamwoord
  3. tentakel (fångstarm)
    der Greifer; die Greifarme; der Greifarm; der Fangarm
    • Greifer [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Greifarme [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Greifarm [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fangarm [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. tentakel (kännare; sensor)
    der Fühler
    • Fühler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tentakel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fangarm fångstarm; tentakel grepp armen; gripare; gripskopa
Fühler kännare; sensor; tentakel antenn; känslig person
Greifarm fångstarm; tentakel grepp armen; gripare; gripskopa
Greifarme fångstarm; tentakel gripare; gripskopa
Greifer fångstarm; tentakel grepp armen; gripare; gripskopa
Tastorgan tentakel antenn
Tentakel antenn; känselspröt; palp; tentakel

Wiktionary: tentakel

tentakel
noun
  1. Körperteil, das zum Tasten und Fühlen verwendet wird (meist bei Insekten etc.)



Duits

Uitgebreide vertaling voor tentakel (Duits) in het Zweeds

Tentakel:

Tentakel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Tentakel
    antenn; tentakel; känselspröt; palp

Vertaal Matrix voor Tentakel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antenn Tentakel Fühler; Tastorgan
känselspröt Tentakel
palp Tentakel
tentakel Tentakel Fangarm; Fühler; Greifarm; Greifarme; Greifer; Tastorgan

Synoniemen voor "Tentakel":