Zweeds
Uitgebreide vertaling voor göra affärer i (Zweeds) in het Duits
göra affärer i: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- göra: schaffen; erreichen; leisten; erledigen; tun; treiben; betreiben; handeln; erfüllen; ausrichten; vollziehen; vornehmen; ausüben; schütten; verrichten; machen; herstellen; erzeugen; zeugen; verfassen; entwickeln; anfertigen; vorbringen; produzieren; verfertigen; fertigbringen; fabrizieren; Zutun
- affärer: Geschäfte; Angelegenehiten; Handel; Kommerzie; Wirtschaft; Ökonomie; Volkswirtschaft; Beziehung; Sache; Verbindung; Tätigkeiten; Angelegenheit; Kopplung; Beschäftigungen; Affäre
- i: zum; zur; bei; nächst; via
Spelling Suggesties voor: göra affärer i
- Searching for suggestions...
Wiktionary: göra affärer i
göra affärer i
verb
-
umgangssprachlich auch mit in etwas: sich auf einem bestimmten Geschäftsfeld betätigen
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van göra affärer i
Duits
Suggesties voor göra affärer i in het Duits
Spelling Suggesties voor: göra affärer i
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: