Zweeds
Uitgebreide vertaling voor revben (Zweeds) in het Duits
revben: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- rev: Reif; Reffen
- ben: Beine; Knochen; Gebeine; Verlängerung einer Ecke; knöchern; beinern; Gerüst; Pfote; Gerippe; Skelett; Knochenbau; Knöchel
- riva: rechen; kratzen; jucken; harken; sich scheuern; zusammenharken; Spalte; reiben; Spalt; zerlegen; abreißen; ausreißen; zerreißen; zerreissen; zerfetzen; raspeln; abtragen; zehren; Riß; entnerven; abwracken; niederreißen; wegreißen; quietschen; knirschen; knarren; einreissen; kratzen auf
Spelling Suggesties voor: revben
Wiktionary: revben
revben
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • revben | → Rippe | ↔ ribbe — een van de platte, dunne, boogvormige beenderen die de borstkas omsluiten |
| • revben | → Rippe | ↔ rib — elk van de platte, boogvormige beenderen die de borstkas omsluiten |
| • revben | → Rippe | ↔ rib — curved bone |
| • revben | → Rippe | ↔ côte — Chacun des os qui forment la cage thoracique. |
Computer vertaling door derden:
Duits