Zweeds
Uitgebreide vertaling voor sluta på (Zweeds) in het Duits
sluta på: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- sluta: kommen; verzichten; geraten; ausscheiden; hingeraten; zurücktreten; etwas aufgeben; aufhören; beenden; enden; ausfallen; abhängen; abtrennen; abfallen; aufwinden; aufwickeln; entkoppeln; abkoppeln; loshaken; loskoppeln; abschließen
- på: an; auf; dazu; nächst; via; für; zu; zum; am; zur; bei; beim; an der; bei der
Wiktionary: sluta på
sluta på
verb
-
Linguistik: am Ende einer Spracheinheit vorkommen