Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. hiss:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor hiss (Zweeds) in het Duits

hiss:

hiss [-en] zelfstandig naamwoord

  1. hiss
    der Lift; der Fahrstuhl; der Aufzug
    • Lift [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fahrstuhl [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Aufzug [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. hiss
    Höhenruder
  3. hiss
    der Aufzug
    • Aufzug [der ~] zelfstandig naamwoord
  4. hiss (hisskabin)
    die Fahrstuhlkabine

Vertaal Matrix voor hiss:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufzug hiss festtåg; följe; kortege; procession
Fahrstuhl hiss
Fahrstuhlkabine hiss; hisskabin
Höhenruder hiss
Lift hiss

Wiktionary: hiss

hiss
noun
  1. Anlage mit der Fähigkeit, durch eine Kabine Personen und Gegenstände vertikal nach oben oder unten zu befördern
  2. Transportmittel zum Auf- und Abtransportieren

Cross Translation:
FromToVia
hiss Lift; Fahrstuhl; Aufzug lift — mechanical device for vertically transporting goods or people
hiss Aufzug lift — een verticaal transportsysteem voor goederen en mensen
hiss Aufzug; Fahrstuhl; Lift ascenseur — Appareil mécanique (1) et (2)

Verwante vertalingen van hiss