Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. enkel:
  2. Enkel:
  3. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Enkel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor enkel (Zweeds) in het Duits

enkel:

enkel bijvoeglijk naamwoord

  1. enkel (vanlig; okonstlat; vanligt; )
    unansehnlich; nichthäßlich; nicht hubsch
  2. enkel (enkelt; osminkad; osminkat; oförblommerat)
    unlackiert

Vertaal Matrix voor enkel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- smidig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nicht hubsch alldagligt; enkel; enkelt; okonstlad; okonstlat; tydligt; vanlig; vanligt
nichthäßlich alldagligt; enkel; enkelt; okonstlad; okonstlat; tydligt; vanlig; vanligt
unansehnlich alldagligt; enkel; enkelt; okonstlad; okonstlat; tydligt; vanlig; vanligt i trasor; oansenlig; oansenligt; ovårdat; raggigt; ruggig; ruggigt
unlackiert enkel; enkelt; oförblommerat; osminkad; osminkat

Synoniemen voor "enkel":


Wiktionary: enkel

enkel
adjective
  1. einfach (nicht schwierig)
  2. ohne besondere Anstrengung
  3. keine Schwierigkeiten habend; mühelos
  4. herablassend: einfach
  5. nicht aufwändig, luxuriös
  6. nicht besonders; gewöhnlich; unwichtig
  7. nicht schwierig, sondern leicht
  8. nicht wiederholen
  1. einfach, schlicht, unluxuriös

Cross Translation:
FromToVia
enkel unfertig crude — characterized by simplicity
enkel einfach; simpel simple — uncomplicated
enkel einfach simple — simple-minded
enkel einzel single — designed for the use of only one
enkel bescheiden bescheiden — geen te hoge verwachtingen van zichzelf hebbend

Enkel:

Enkel bijvoeglijk naamwoord

  1. Enkel
    Einfach

Vertaal Matrix voor Enkel:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einfach Enkel

Verwante vertalingen van enkel



Duits

Uitgebreide vertaling voor enkel (Duits) in het Zweeds

Enkel:

Enkel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Enkel (Enkelkind)
    barnbarn

Vertaal Matrix voor Enkel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnbarn Enkel; Enkelkind Enkelin
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- zwei Ebenen untergeordnetes Element

Synoniemen voor "Enkel":


Wiktionary: Enkel

Enkel
noun
  1. männliche Person, die in direkter Linie von einer anderen Person abstammt
  2. (männliches) Kind des eigenen Sohnes oder der eigenen Tochter

Cross Translation:
FromToVia
Enkel sonson; dotterson grandson — son of one's child
Enkel barnbarn kleinkind — het kind van iemands kind
Enkel dotterson; sonson petit-filsfils du fils ou de la fille d'une personne.


Wiktionary: enkel


Cross Translation:
FromToVia
enkel vrist; fotled; ankel ankle — joint between foot and leg