Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. isolering:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor isolering (Zweeds) in het Duits

isolering:

isolering [-en] zelfstandig naamwoord

  1. isolering (ensamhet)
    die Vereinsamung
  2. isolering

Vertaal Matrix voor isolering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Vereinsamung ensamhet; isolering
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Isolation isolering

Wiktionary: isolering

isolering
noun
  1. Trennschicht aus Isoliermaterial (elektrisch, thermisch)
  2. kPl.: der Vorgang des isolieren (Vereinzelung, Abkapselung)
  3. Material mit hohem Widerstand gegen elektrischen Stromfluss
  4. Abgeschiedenheit, Abgetrenntheit von bestimmten anderen Einflüssen, Abkapselung
  5. Gefängnisaufenthalt in einer Einzelzelle, ohne Mitgefangene
  6. Vorsatz oder Ergebnis der Entscheidung, sich von etwas oder jemandem fernzuhalten

Cross Translation:
FromToVia
isolering Nichtleiter; Isolator insulator — substance

Verwante vertalingen van isolering