Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nomen:
  2. Wiktionary:
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Nomen:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor nomen (Zweeds) in het Duits

nomen:

nomen zelfstandig naamwoord

  1. nomen
    Nomen
    • Nomen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nomen nomen

Wiktionary: nomen

nomen
noun
  1. Linguistik: Oberbegriff aller deklinierbaren Wortarten (auch: Oberbegriff für Substantiv und Adjektiv)

Cross Translation:
FromToVia
nomen Substantiv; Gegenstandswort; Dingwort; Nomen noun — grammatical category
nomen Substantiv; Nomen zelfstandig naamwoord — een woord dat een ding, een zaak of een toestand aanduidt, in sommige talen voorafgegaan door een lidwoord



Duits

Uitgebreide vertaling voor nomen (Duits) in het Zweeds

Nomen:

Nomen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Nomen
    nomen
    • nomen zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nomen Nomen

Synoniemen voor "Nomen":


Wiktionary: Nomen

Nomen
noun
  1. Linguistik: Synonym zu Substantiv (Hauptwort)
  2. Linguistik: Oberbegriff aller deklinierbaren Wortarten (auch: Oberbegriff für Substantiv und Adjektiv)

Cross Translation:
FromToVia
Nomen nomen; substantiv noun — grammatical category
Nomen substantiv; nomen zelfstandig naamwoord — een woord dat een ding, een zaak of een toestand aanduidt, in sommige talen voorafgegaan door een lidwoord