Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sonson:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor sonson (Zweeds) in het Duits

sonson: (*Woord en zin splitter gebruikt)


Wiktionary: sonson

sonson
noun
  1. (männliches) Kind des eigenen Sohnes oder der eigenen Tochter

Cross Translation:
FromToVia
sonson Enkel; Enkelsohn grandson — son of one's child
sonson Enkel petit-filsfils du fils ou de la fille d'une personne.