Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: herrskap

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: herrskap

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

herrskap:
- Wiktionary:
  herrskap → Herrschaft

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor herrskap (Zweeds) in het Duits

herrskap: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

herr: Herr; mein Herr
skåp: Schrank; Kästchen; Schrein; Kisten; Kistchen; Tresor; Schränke; Schreine; Schränkchen

Wiktionary: herrskap

herrskap

noun

Plural; veraltend und mitunter ironisch gebraucht: vornehme Anrede für eine Gruppe von Personen (insbesondere gemischten Geschlechts)
- Herrschaft → herrskap
Bezeichnung für Regierende, Personen mit Leitungsfunktion
- Herrschaft → herrskap; överhet; styrande

Duits

Uitgebreide vertaling voor herrskap (Duits) in het Zweeds

herrskap: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Herr: kung; furste; härskare; regent; herr; chef; ledare; monark; gudom; gudomlighet; pojke; prick; karl; grabb; betjänt; Herre; lackej; uppassare; Himmelske Fader; kammartjänare; Allsmäktige
Kap: udde; hög udde