Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afton:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor afton (Zweeds) in het Duits

afton:

afton [-en] zelfstandig naamwoord

  1. afton (kväll)
    der Abend
    • Abend [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afton:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abend afton; kväll

Synoniemen voor "afton":


Wiktionary: afton

afton
noun
  1. kurz für: Abendveranstaltung; Abend mit heiterem, vielgestaltigem Programm; Abendempfang
  2. übertragen, gehoben: Abschluss, Ende, Schluss (für Leben, Epochen, langandauernde Herrschaften und Ähnlichem)
  3. (umgangssprachlich): verschliffene Begrüßungsfloskelguten Abend

Cross Translation:
FromToVia
afton Vorabend eve — day or night before
afton Abend evening — time of day between the approximate time of midwinter dusk and midnight