Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: dock

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: dock

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

dock:
- jedoch; aber; allein; indessen; indes
Wiktionary:
- dock → jedoch, doch, aber
- dock → indes, freilich, allerdings

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Dock:
- docka; hamnbassäng; skeppsdocka
Wiktionary:
- Dock → skeppsdocka, docka

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dock (Zweeds) in het Duits

dock:

dock bijvoeglijk naamwoord

dock (emellertid)
jedoch; aber; allein; indessen; indes
- jedoch bijvoeglijk naamwoord
- aber bijvoeglijk naamwoord
- allein bijvoeglijk naamwoord
- indessen bijvoeglijk naamwoord
- indes bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor dock:

Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aber		men; ändock
jedoch		men; ändock
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aber	dock; emellertid	ändå
allein	dock; emellertid	ändå
indes	dock; emellertid	som; såsom; under tiden
indessen	dock; emellertid	medan; som; såsom; under tiden; under tiden som
jedoch	dock; emellertid	hur som helst; icke dess mindre; likväl; ändå

Synoniemen voor "dock":

emellertid; likväl; fast än

Wiktionary: dock

dock

entgegensetzende Konjunktion, das Entgegenstehende einschränkend
- jedoch → emellertid; dock
-
- doch → likväl; dock; ändå; ju; då; väl; jo visst; men
einen Gegensatz ausdrückend: jedoch, dagegen
- aber → dock; emellertid; men

adverb

Gegensatz ausdrückend: jedoch, hingegen, aber, allerdings, unabhängig davon, trotz dessen, trotzdem, indessen
- indes → dock; emellertid
indessen; jedoch
- freilich → dock; emmellertid
unbetont: Kennzeichnung eines Widerspruches oder Einwandes
- allerdings → men; dock

Duits

Uitgebreide vertaling voor dock (Duits) in het Zweeds

Dock:

Dock [das ~] zelfstandig naamwoord

Dock (Werft; Schiffswerft; Schiffbauplatz)
docka; hamnbassäng; skeppsdocka
- docka [-en] zelfstandig naamwoord
- hamnbassäng zelfstandig naamwoord
- skeppsdocka zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Dock:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
docka	Dock; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft	Gelenkpuppe; Gliederpuppe; Marionette; willenlose Person
hamnbassäng	Dock; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft	Anklagebank; Klagebank
skeppsdocka	Dock; Schiffbauplatz; Schiffswerft; Werft	Anklagebank; Klagebank
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
docka		andocken
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	DockPanel

Synoniemen voor "Dock":

Reparaturwerft; Schiffsausbesserungswerk; Schiffswerft; Werft

Wiktionary: Dock

Dock

noun

Schiffbau: gemauertes Becken oder schwimmender Hohlkörper aus Stahl zur Trockenlegung von Schiffen, an denen Außenarbeiten erforderlich sind
- Dock → skeppsdocka; docka