Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: dumheter

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: dumheter

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

dumheter:
- Dummheiten; Narreteien; Torheiten; Narrheiten; Idiotismus
Wiktionary:
- dumheter → Müll, Koks, Kohl, Flause, Blödsinn

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor dumheter (Zweeds) in het Duits

dumheter:

dumheter zelfstandig naamwoord

dumheter (stolligheter; tokigheter)
die Dummheiten; die Narreteien; die Torheiten; die Narrheiten
- Dummheiten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Narreteien [die ~] zelfstandig naamwoord
- Torheiten [die ~] zelfstandig naamwoord
- Narrheiten [die ~] zelfstandig naamwoord
dumheter (idiotier; meningslösheter)
der Idiotismus
- Idiotismus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dumheter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dummheiten	dumheter; stolligheter; tokigheter
Idiotismus	dumheter; idiotier; meningslösheter
Narreteien	dumheter; stolligheter; tokigheter
Narrheiten	dumheter; stolligheter; tokigheter
Torheiten	dumheter; stolligheter; tokigheter

Synoniemen voor "dumheter":

ofog

Wiktionary: dumheter

dumheter

noun

umgangssprachlich: Unsinn
- Müll → dumheter
ohne Plural; umgangssprachlich: etwas unsinnig
- Koks → dumheter; strunt; nonsens
umgangssprachlich abwertend: verworrenes Zeug; etwas unsinnig, sinnlos, töricht
- Kohl → smörja; dumheter; nonsens
aberwitziger Einfall
- Flause → påhitt; dumheter
störende Handlung
- Blödsinn → dumheter

Verwante vertalingen van dumheter