Home ->Woordenboeken ->Zweeds/Duits ->Zoek: fähund

Zweedse en Duitse zoekresultaten voor: fähund

Overzicht

Zweeds naar Duits: Meer gegevens...

fähund:
- Wiktionary:
  fähund → Hundsfott, Hund, Hudel
- Synoniemen voor "fähund":
  rötägg; kräk; usling; skurk

Zweeds

Uitgebreide vertaling voor fähund (Zweeds) in het Duits

Spelling Suggesties voor: fähund

fårhund; färgad; färd; förbund; fälld; fästad; förband; för hand; förgrund; färgband

fähund:

Synoniemen voor "fähund":

rötägg; kräk; usling; skurk

Wiktionary: fähund

fähund

noun

grob abwertend: übler Mensch
- Hundsfott → hundsfott; fähund
Schimpfwort für: einen gerissenen, gemeinen, hinterhältigen oder brutalen Mitmenschen
- Hund → hund; fähund
(umgangssprachlich) abwertend: schlechter Mensch, Lumpenhund
- Hudel → fähund

Computer vertaling door derden:

Duits

Suggesties voor fähund in het Duits

Spelling Suggesties voor: fähund

fährst; führend; fähig; fährt; Fährnis; fand; fegend; federnd; faulend; fragend

Computer vertaling door derden: