Overzicht
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. juvel:
  2. Wiktionary:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor juvel (Zweeds) in het Duits

juvel:

juvel [-en] zelfstandig naamwoord

  1. juvel (ädelsten)
    der Edelstein; der Schmuckstein

Vertaal Matrix voor juvel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Edelstein juvel; ädelsten smycken; utsmyckning; ädelsten
Schmuckstein juvel; ädelsten prydnadssten; smycken; utsmyckning

Synoniemen voor "juvel":

  • delsten

Wiktionary: juvel

juvel
noun
  1. geschliffener und damit veredelter Edelstein
  2. (meist wertvolles) Schmuckstück

Cross Translation:
FromToVia
juvel Kleinod; Juwel; Edelstein gem — precious stone
juvel Kleinod; Juwel jewel — anything considered precious or valuable
juvel Juwel; Edelstein jewel — gemstone
juvel Juwel; Kleinod; Schmuck; Schmucksachen; Schmuckstück; Edelstein; Kostbarkeit bijou — Petit ouvrage de luxe d’un travail élégant et d’une matière précieuse, et qui sert de parure et d’ornement
juvel Juwel; Edelstein; Kleinod joyauornement précieux d’or, d’argent, de pierreries, qui sert à la parure, comme les bracelets, les pendants d’oreilles, etc.